Een probleem* staat meestal niet alleen. Deze is van invloed op degene die de het probleem ervaart maar ook op de omgeving en deze omgeving is weer van invloed op het ervaren probleem. Met andere woorden, we kunnen deze dingen niet los van elkaar zien.
In de systemische begeleiding wordt gezamenlijk gezocht naar een antwoord op welke overtuigingen, patronen en gedragingen voortkomen uit het systeem waarin we zijn opgegroeid of waarin we momenteel functioneren en hoe deze van invloed zijn op de manier waarop we een probleem ervaren. Of misschien wat dit probleem ons te vertellen heeft. Hoewel dit vaak zo lijkt, staan deze zaken niet los van elkaar. Hoe wij naar de wereld kijken beïnvloedt hoe wij deze wereld ervaren, maar andersom geldt hetzelfde. Het is een continue beïnvloeding waarbij het onmogelijk is om een begin aan te wijzen, hoogstens kunnen we de wijze gaan herkennen waarop zaken elkaar beïnvloeden.
Zo kan de wijze waarop naar een probleem gekeken wordt deze in een heel ander licht zetten en kan het licht schijnen op iets náást de klacht weer een heel ander perspectief bieden. Een beetje vaag misschien….
In systemische begeleiding komen de volgende zaken veelal aan bod:
- Welke overtuigingen/gewoonten nemen jij of je ouders mee vanuit het gezin van herkomst.
- Maken van een systemische opstelling.
- Gedrag interpreteren vanuit de context.
- Welke invloed heeft de klacht/het probleem op de (gezins)context.
- Welke invloed hebben omgevingsfactoren zoals school, cultuur en religie op het probleem.
- Hoe willen we kijken naar deze klacht/dit probleem?
- Gesprekken met alle gezinsleden of in wisselende samenstelling.
- Betrekken van belangrijke anderen zoals opa’s, oma’s, buren, vrienden en afwezigen.
- Aandacht voor onderlinge interactiepatronen en de verbetering hiervan.
*Waar probleem staat kan ook klacht, uitdaging, ongemak of moeilijkheid worden gelezen.