Hoogbegaafde pubers

Op het voortgezet onderwijs lopen veel hoogbegaafde kinderen er tegen aan dat ze nog niet hebben geleerd om te leren. Wanneer op de basisschool de lesstof te makkelijk was hebben ze geen leerstrategieën hoeven ontwikkelen en weten ze vaak ook niet hoe ze moeten doorzetten op het moment dat ze tegen problemen aanlopen.

Binnen onze begeleiding helpen we hoogbegaafde leerlingen zoeken naar wat hen uitdaagt en motiveert. Ook onderzoeken we de leerstijl van een kind en bieden tips en handreikingen om op een zo efficiënt mogelijke manier te leren. Uitleg over hun manier van informatieverwerking/werking van hun hersenen die vaak voor problemen met automatiseren zorgt, is hier een vast onderdeel van. Daarnaast kijken we samen met ouder(s) en school naar een passend onderwijsaanbod en geven we adviezen over mogelijke aanpassingen. Onze begeleiding kan afhankelijk van de hulpvraag en het kind individueel plaats vinden of in een groepstraining.

Wist u dat?
Maar ongeveer 40% procent van de hoogbegaafde volwassenen behaalt een diploma in het hoger onderwijs. Dit komt veelal door problemen met het leren leren en te weinig uitdaging en ruimte voor creatief denken.

Hoogbegaafde leerlingen hebben op het basisonderwijs vaak niet geleerd om te leren. In de Be Wise training kijken we met kinderen naar hun leerstrategie, bereiden ze voor op het V.O. en leren ze leren.

Problemen met leren leren

De eerste problemen komen vaak naar voren bij het agendagebruik en het inplannen van het huiswerk. Deze zaken heeft de hoogbegaafde leerling niet hoeven toepassen op de basisschool waardoor hij/zij niet geneigd is om vooruit te kijken en het huiswerk te verdelen. In de eerste 2 klassen lukt het een deel van de leerlingen nog om hier een weg in te vinden maar vanaf jaar 3 wanneer de lesstof steeds moeilijker wordt en de hoeveelheid toeneemt, lopen veel hoogbegaafde leerlingen tegen problemen met plannen en het leren aan. Omdat ze nooit echt hebben hoeven leren om zich iets eigen te maken zijn er vaak problemen met het automatiseren en vinden ze herhaling onnodig en dus vervelend. Een deel van de leerlingen zakt dan (langzaam) af naar een lager niveau. Wanneer ze nog steeds geen studievaardigheden hebben ontwikkeld zal het op de havo of het VMBO ook niet altijd lukken om te slagen. Ook hier moet je voor een vreemde taal namelijk woordjes of grammatica leren waar je bepaalde (studie)vaardigheden voor nodig hebt. Daarnaast kan verveling, omdat de lesstof niet uitdagend genoeg is, erg demotiverend werken.

Voor deze leerlingen is het dus van groot belang dat ze leren om te leren en dat er daarnaast voldoende uitdaging in de lesstof zit. Voor hoogbegaafde leerlingen wil dit niet alleen maar zeggen dat ze op het VWO (gymnasium of atheneum) moeten zitten, maar ook dat de opdrachten voldoende prikkelend zijn en ze er op een eigen manier over na kunnen denken. Het gaat hierbij dus niet alleen om verwerking van lesstof maar ook zelf moeten nadenken en er mee aan de slag gaan. Op het voortgezet onderwijs is het vaak niet makkelijk om een hoogbegaafde leerling te herkennen. Wanneer er eerder nog geen vermoedens van hoogbegaafdheid waren en er geen intelligentie onderzoek heeft plaats gevonden kan het helpen om te kijken naar de zes profielen van begaafde leerlingen die Betts en Niehart hebben opgesteld. Hierin komt weer duidelijk naar voren dat hoogbegaafde leerlingen sterk van elkaar kunnen verschillen. Het is t/m 16 jaar binnen Senzai mogelijk om een intelligentieonderzoek met de WISC-V te laten afnemen.